Andalusië 2015 - 17 april 2015 - Puerto de Santa Maria

17 april 2015 - El Puerto de Santa María, Spanje

Vanmorgen wilden we Bodega Osborne bezoeken. Om kwart na tien vindt Stefaan eindelijk een website waarop staat dat er om 10u30 een rondleiding in het Engels is. Dus zijn we in de auto gesprongen en zo snel mogelijk naar daar gereden. Stefaan heeft ons afgezet en dan pas een parkeerplaats gezocht, iets wat daar enorm moeilijk is. Dat hadden we de vorige avonden ook al gemerkt.
Het was heel interessant. Enkel in de driehoek Jerez de la Frontera - Sanlúcar -Puerto de Santa Maria mogen ze sherry maken en het ook zo noemen. Enkel in die driehoek zijn de klimatologische omstandigheden goed ervoor. Je hebt namelijk een heel hoge vochtigheid nodig die je enkel hier vindt, en die ook een bepaalde schimmel in de lucht heeft. Het is hier 80 à 95 graden vochtig. De schuur met de vaten moeten ze steeds tussen de 12 en de 25 graden kunnen houden. Daarvoor zijn de plafonds hoog zodat de warme lucht kan stijgen. De muren zien zwart van het vocht maar ze kunnen ze ook niet schilderen omdat de chemicaliën in de sherry zouden kruipen. Ze kunnen om die reden zelfs geen airco plaatsen. Ze hebben ramen aan 2 zijden waar de koude wind in blaast. De zijde langs waar de warme wind komt heeft geen ramen. Zo kunnen ze de temperatuur op peil houden en als het toch echt te warm is, dan zetten ze de vloer onder water. Die is zo gemaakt dat het water zal verdampen en de temperatuur doet dalen. De vaten liggen in 3 rijen opgesteld. De onderste zijn de oudste, de soleras. Daarboven de primera criadera, daarboven de segunda criadera. De vaten bevatten 600 liter drank. De jongste liggen dus bovenaan. Na een tijdje laten ze 200 liter sherry af van de onderste vaten om te bottelen. Ze voegen 200 liter van de rij erboven bij de onderste. En ook nog eens 200 liter van de bovenste rij naar die eronder. Bij de bovenste rij komt er dan van de nieuwste persing van dat jaar erbij. Zo krijg je steeds een mélange en houdt de sherry altijd dezelfde smaak. Ze hebben verschillende soorten, van sec tot zoet en ook van bleek tot donker. De fino is de meest "sec" sherry. Hij zit in vaten die ze maar voor 400 liter vullen zodat er nog een luchtlaag boven is. Spontaan komt er een laag gist boven op de drank te liggen, de "flor del vino". Die groeit aan tot wel 4cm dik en neemt alle slechte stoffen op uit de drank zoals glycerine. De drank zelf komt niet in contact met de lucht, waardoor de drank heel bleek blijft. Er treedt geen oxidatie op. Door meer alcohol toe te voegen wordt de gistlaag gedood. Zo kunnen ze een sherry met een meer gouden kleur maken. Die laten ze nog 2 jaar rijpen in een vat dat ze volledig vullen. De drank kan nu wel wat oxideren en neemt deels de kleur van het vat over. Over de vaten gesproken. Ze werken enkel met vaten van Amerikaanse eik. Die ademen. De vaten worden ongeveer 70 jaar gebruikt voor sherry. Daarna worden ze verkocht en dienen ze nog ongeveer 30 jaar om Ierse en Schotse whisky's te laten rijpen of Amerikaanse Bourbon. Alle sherry wordt van witte druiven gemaakt. Als ze toch roder ziet, komt het door oxidatie.
De Pedro Jimenez is donker van kleur en wordt van witte druiven gemaakt, zoals de andere sherry's. Hij kijgt zijn donkere kleur doordat ze de druiven eerst laten drogen en meer oxideren. Deze sherry wordt dus eigenlijk van rozijnen gemaakt. Het is de duurste uit het rijtje omdat er hiervoor per liter 3 kg druiven nodig zijn. Voor de Fino hebben ze maar 1 kg nodig. De prijs schommelt tussen de 5€ (voor de Fino) tot 10€ (voor de Pedro Jimenez).
Na de uitleg mochten we 4 soorten proeven. Van de fino tot de Pedro Jimenez, die bijna siroop is. Mijn voorkeur gaat uit naar de Cream die zo wat tussenin zit. De Fino vond ik helemaal niet lekker. Osborne is een enorm bedrijf geworden, met ook de Iberische ham Cinco Jota, restaurants, enz. Het is al de zevende en de achtste generatie Osbornes die nu aan de macht is. De CEO noemt nog steeds Osborne.  Het embleem van Osborne is een zwarte stier, die je ook 5m groot op zo'n 200 plaatsen overal in Spanje terugvindt, omdat het ook het nationale symbool is geworden van Spanje.

's Namiddags zijn we naar het strand geweest. Deze kusten staan bekend om hun prachtige stranden. De lucht die vanmorgen nog bewolkt was, was ondertussen mooi opgeklaard en de temperatuur hoog genoeg om van het strand te kunnen genieten. Voor mij was het water te koud maar de rest van het gezin laat zich daardoor niet afschrikken. Zij genoten ervan te spelen in het water. Het was leuk eens een echte vakantiedag te hebben. Het uitzicht was speciaal, we keken uit op een grote brug die ze nog aan het bouwen zijn. Rond 18u30 zijn we weggegaan, niet omdat we het beu waren, maar om niet te laat te gaan eten. In het dorpje is dit weekend een feria, in het teken van de Middeleeuwen.
We zijn terug geweest naar het restaurant van gisteren. Dat is iets wat we bijna nooit doen, tweemaal naar hetzelfde gaan, maar het was ons gisteren zo goed bevallen dat we voor deze keer een uitzondering maakten. Stefaan en ik hebben "urta" gegeten, een vis die we buiten zelf mochten uitkiezen en die de kokkin dan klaarmaakte voor ons. Het was net als gisteren heel lekker.
Na het eten hebben we nog wat tussen de kraampjes geslenterd. Het was net zoals een avondmarkt bij ons.

Ann