IJsland 2018 - 8 september: de Diamond Circle

8 september 2018

Nu we het brandalarm onder controle hebben, is het ontwaken een stuk aangenamer geworden. We ontbijten met afgebakken pistoletjes maar kunnen niet echt genieten van het uitzicht, aangezien het al heel de tijd aan het regenen is. Eigenlijk zouden we vandaag vier uur aan een meer gaan wandelen, maar door het weer zien we dat niet echt zitten. We veranderen dus de plannen en besluiten om vandaag The Diamond Circle te doen en een wandeling van maar twee uur te maken. Onderweg valt het steeds meer op dat de herfst nu in het land is. Er zijn hier veel meer bomen en struiken dan rond onze vorige verblijfplaatsen, waar alleen maar mos en gras op de lavavelden groeiden, en door die variatie zien we nu ook veel meer rood, oranje en geel.

Onze eerste stop is direct ook de plaats waar we gaan wandelen: Asbyrgi, een hoefijzervormige vallei waarrond we een wandeling gaan maken. Eerst rijden we echter de vallei binnen, zodat we hem eerst al eens van dichtbij kunnen bekijken. We rijden helemaal naar het uiteinde, waar we een wandeling maken naar een meer met een waterval. We zijn omringd door geel, groen, oranje en rood, het is er een echt herfstparadijs. Het enige dat het plaatje een beetje verstoort, is de aanwezigheid van de vele muggen die constant in je gezicht vliegen. Wanneer we aan het meer komen, zien we dat de waterval eigenlijk zowat helemaal is opgedroogd en nog maar een heel zielig stroompje is dat naar beneden valt van de hoge rotsmuren die de vallei omringen. We klimmen ook naar een uitkijkpunt en Niels klimt zelfs nog verder naar een rots die in ware Leeuwenkoningstijl uitkijkt over heel de vallei. Wanneer we uiteindelijk weer aan de auto komen, is het al later dan verwacht, en aangezien we nog ver moeten rijden om heel de Diamond Circle te zien, besluiten we om toch niet de wandeling van twee uur te maken, maar gewoon door te rijden.

We rijden over kronkelende wegen verder en komen opeens twee ligfietsen tegen. Dat is echt gewoon je leven riskeren in IJsland, lijkt me, maar respect dat ze dat doen. Papa heeft vanochtend bekeken hoe we moeten rijden, en heeft besloten dat we de gps niet helemaal gaan volgen omdat die ons over 60 km off road stuurt. We passeren het baantje waar de gps ons wilde over sturen, en zijn opgelucht dat we dat niet hoeven te nemen. Tot we de weg voor ons zien, die blijkbaar ook off road is… Papa doet prompt mee aan het wereldkampioenschap putten ontwijken (de 29 000 meter), waar hij het heel goed doet. Of toch zo goed als de weg het toelaat. Na 13 km rondhobbelen, komen we aan een bord dat zegt dat op de komende 23 km alleen maar 4x4’s zijn toegelaten. Wacht, de weg kan dus nog erger? Gulp. We schokken nog een aantal kilometer verder, tot we bij wegenwerken komen. Opeens is het wegdek een stuk beter, en kunnen we de verloren tijd inhalen. We rijden nog maar een paar honderd meter op het nieuwe wegdek, als we een bus onze kant zien uitkomen. We zijn heel benieuwd hoe die het gaat stellen op de weg voor 4x4’s… Het landschap rondom ons is ondertussen helemaal anders dan in de vallei. Hier is de omgeving doods: we zien geen water, planten of zelfs maar een beetje mos. De rivierbekkens staan allemaal leeg, er is zelfs geen klein stroompje te zien. Na dagen omringd te zijn door water, is dat een heel raar zicht.

Een heel aantal kilometers later, komen we aan bij Dettifoss, de krachtigste waterval van heel Europa. Het is ondertussen al namiddag en we hebben nog altijd niet gegeten, dus nu is het een uitgelezen moment om een beetje voedsel binnen te krijgen. En tot onze grote vreugde kunnen we zelfs een picknicktafeltje claimen! We ontdekken ook prompt waarom er niemand buiten zit te eten: er staat een heel krachtige en koude wind. We volharden toch in onze missie en eten onze broodjes ineengekrompen op. Nadat we al volledig zijn uitgewaaid, moeten we nog aan onze tocht van 800 m beginnen tot aan de waterval. Daar aangekomen zien we dat Dettifoss inderdaad een heel machtige waterval is, en ook een heel grote. Maar zelfs hier zien we tekenen van droogte want we kunnen duidelijk zien dat de rivier normaal gezien breder is en hoger komt. Er zijn verschillende uitkijkpunten en het is interessant om de waterval zowel van ver als van dichtbij te kunnen bekijken. Na een tijdje roept het vallend water zelfs een zeker hypnotiserend effect op. 800 m verderop is nog een tweede waterval te zien, Selfoss, die een beetje voor Dettifoss ligt. Deze waterval vind ik eigenlijk nog mooier, omdat het water in een soort omgekeerde V naar beneden stroomt, iets wat we nog niet gezien hebben. Je kan ook echt zien naar waar de waterdamp waait, want daar groeit er wel mos en gras, terwijl de andere oever helemaal grijs is. We wandelen terug naar de parking en rijden dan door naar nog een derde waterval, die een eindje na Dettifoss ligt. Deze heet Hafragilsfoss, en is mijn favoriet van alle watervallen die we al gezien hebben. Ook hier zie je weer dat er in de rivier normaal gezien veel meer water staat, maar dat doet niet af aan de schoonheid van de waterval. Eigenlijk is het niet de waterval zelf die zo mooi is, het is het dal waar hij in ligt. Overal zie je okergeel, roestbruin, knalrood… Alle herfstkleuren zijn aanwezig tegen een achtergrond van zwarte en rode rotsen, het is echt een fantastisch uitzicht. Raar genoeg zijn we maar met 3 auto’s op de parking. Blijkbaar is deze waterval veel minder gekend, want bij Dettifoss stonden er waarschijnlijk meer dan 100 auto’s. Voor ons is het wel leuker om alleen van het uitzicht te kunnen genieten.

Na ons bezoek aan de waterval, is het alweer tijd om naar huis te gaan. We zijn de laatste dagen telkens heel laat thuis gekomen, en deze keer willen we toch ook eens rustig kunnen ontspannen. Het landschap rondom ons is nog steeds doods en verlaten, wat nog eens wordt benadrukt door de dreigende wolken. We hebben vandaag eigenlijk heel veel geluk gehad, buiten vanochtend heeft het niet meer geregend. Hoe verder we echter rijden, hoe meer planten we weer zien verschijnen. We zien ook steeds stenen hoopjes die in kilometerslange lijnen op regelmatige afstand van elkaar staan opgesteld, maar we weten niet waarvoor ze dienen. In dat donkere landschap zien we dat de zon door een gat in de wolken een berg verlicht. Het lijkt wel een scène uit een of andere religieuze film. Als we de betreffende berg passeren, zien we er overal rook uitkomen en we beslissen op het laatste nippertje om af te draaien en de grote parking op te rijden.

Het blijkt dat deze plaats Hverir heet en er uitziet als een soort van maanlandschap met veel geothermische activiteit, waardoor er kokende modderpoelen zijn en er op verschillende plaatsen stoom uit de grond komt. Het valt te vergelijken met een petieterig Yellowstone, en helaas stinkt het er net zo erg naar rotte eieren. Of zoals mama het zegt: “Het mag misschien wel speciaal zijn, maar het blijft een stinkend boeltje.” Na ons wat te amuseren met de stoom, stappen we weer in de auto en rijden verder. We hebben nog eten nodig voor morgenmiddag, dus stoppen we even aan een kleine buurtwinkel. Ze vragen er kleine fortuinen voor hun voedsel, maar dat is nog niet het ergste. Het computerprogramma blokkeert tot wel vier keer als mama cash wilt betalen, waardoor de kassa niet geopend kan worden en de computer telkens opnieuw moet worden opgestart. Uiteindelijk betaalt mama gewoon met haar bankkaart, waarop de kassa rinkelend openspringt. Het lijkt wel de scène uit een slechte soap. Eenmaal terug in het huisje kookt mama lekkere spaghetti en genieten we van een rustig avondje. Het was een prachtige dag, ondanks het natte begin, en we hebben vandaag weer prachtige dingen gezien. Op naar morgen!

Foto’s