IJsland 2018 - 10 september: Op weg naar de oostkust

10 september 2018 - Stöðvarfjörður, IJsland

Vanochtend worden we wakker met een grijze lucht. We staan vroeg op want we hebben een drukke ochtend voor de boeg en daarna moeten we nog ver rijden. Onze AirBnb is een speciaal geval: we moeten hem zelf helemaal kuisen voor de volgende gasten. De eigenaars komen niet tussen elke nieuwe gast naar het huisje, dus we moeten zelf zorgen dat het gekuist is. In een berging liggen stapels lakens en handdoeken, waarvan je zelf moet pakken wat je nodig hebt en die je dan in een wasmand moet steken als je vertrekt. Het is een beetje een raar systeem en zorgt ervoor dat we pas later kunnen vertrekken dan we zouden willen, maar ja… Nadat we alles opgekuist hebben en onze bagage weer in de auto hebben geladen, vertrekken we snel, aangezien we vandaag een dikke 400 km moeten overbruggen naar ons volgende verblijf, een gasthuis, waar we maar één nacht zullen blijven.

Voor de derde dag op rij rijden we langs Mývatn, maar deze keer rijden we verder in plaats van terug te keren. Het is nog steeds lichtjes aan het miezeren, maar in de verre verte zien we lichtere wolken. Nu ja, dit deel van IJsland is wel een pak natter dan waar we tot nu toe gezeten hebben, dus we hebben vanaf nu ook wel veel meer kans op regen. Het landschap waar we doorrijden is nog steeds zo weids als op dag een; je ziet overal heuvels en bergen aan de horizon, maar naast je heb je ook altijd wel velden of weides. Het land hier is doodser dan gisteren, we zien bijna geen bomen meer. Alles is wel bedekt door een soort stug geel gras, gemengd met dor mos. Het geeft het landschap een soort bruingouden tint, met af en toe een rode waas over waar er toch een beetje begroeiing staat. Tegen de middag begint er een waterzonnetje achter de wolken te schijnen, maar tegelijk blijft het wel lichtjes regenen.

Wat verder rijden we door een vallei met aan beide kanten hoge heuvels. Langs de linkerheuvels stromen er verschillende watervallen van de top helemaal naar beneden terwijl ze ondertussen uitwaaieren. De zon is weer verdwenen achter de wolken, die er nu een stuk dreigender uitzien. We stoppen op een pull-out en eten daar onze boterhammetjes op met zicht op de schaapjes. Als we verder rijden, klimt de baan omhoog en hebben we een spectaculair zicht op de vallei naast ons. De andere kant bestaat uit heuvels die doorkliefd worden door kleine riviertjes en watervalletjes. We steken via een hoge brug een rivier over die in een diep ravijn stroomt. Twee schapen zijn erin geslaagd om een eindje af te dalen en staan halverwege de ravijnrand rustig van het malse gras te eten dat daar groeit. Ze lijken niet gestoord door de regen die steeds harder uit de hemel valt.

Een halfuur later komen we aan bij het meer waar ook de rivier in uitkomt van de waterval die we nu gaan bezoeken. We rijden aan de rand van het meer als plots het asfalt ophoudt en de weg verdergaat als een off-roadbaantje. Raar genoeg is de weg 3 kilometer verder weer bedekt met asfalt, alsof het stuk ertussen gewoonweg niet bestaat. Maar een kilometer verderop is het weer hetzelfde liedje: asfalt, afgewisseld met steenslag. Rare jongens, die IJslanders. Uiteindelijk komen we na een stukje asfalt aan bij de wandeling van vandaag: Hengifoss. Het is 2.5 kilometer wandelen naar de voet van de waterval, dus we nemen een klein rugzakje mee met flesjes water en vertrekken dan naar boven. We hebben allemaal onze regenjas aan aangezien het nog steeds regent en we nemen voor de zekerheid onze stokken mee, je weet nooit hoe modderig het boven is.

Hengifoss is de naam van de bovenste waterval waar we naartoe gaan klimmen, maar onderweg blijkt dat er heel veel kleinere watervalletjes zitten in de rivier die van de Hengifoss vloeit. Een van die watervalletjes is omringd door basaltkolommen, hexagonale kolommen in de rots die bestaan uit langzaam gestolde lava, wat een indrukwekkend zicht is. Niels en ik wandelen voorop en wanneer we een groepje oudere mensen voorbij lopen, horen we "Ze mogen die stokken wel aan mij geven." Ik antwoord dat me dat geen goed idee lijkt, waarop de groep even moet lachen omdat ze hier geen Vlamingen hadden verwacht. Mama en papa komen achter, en als Niels en ik even op hen wachten op een uitkijkpunt, zien we dat mama met een andere vrouw naar boven aan het wandelen is. Het blijkt dat ze ook een Vlaamse is en bij de groep van eerder hoort. We praten even met haar en haar man en besluiten dan om verder te wandelen. Het koppel wacht op de rest van hun vrienden om dan samen te overleggen of ze nog verder willen gaan, aangezien het al een pittige klim was tot daar en ze niet weten of de rest nog verder wil gaan.

Wij wandelen verder en komen dan aan het moeilijkste deel. Door de regen is het pad verschrikkelijk modderig, waardoor je direct uitglijdt. Mijn enkel is nog niet helemaal hersteld, vandaar dat ik vandaag  sportschoenen draag en dus heel blij ben dat ik toch die extra steun van de stokken heb. We steken nog een rivier over via stapstenen en dan kan komen we aan de voet van de waterval. Het is niet echt de voet, maar het dichtst dat we bij de waterval gaan geraken. Het is echt een heel hoge, maar er stroomt niet zo veel water van. De rotsen erachter zijn echt prachtig: zwart met rode strepen. We genieten van het zicht, drinken een beetje en vangen dan de terugtocht aan. We komen de Vlamingen weer tegen, waarvan twee koppels toch ook beslist hebben om ook naar hier te komen. Zij doen de toer rond IJsland in de omgekeerde richting en vertellen ons dat wat we nu nog gaan zien, echt prachtig en uniek zal zijn als we het geluk hebben dat het mooi weer zal zijn. We zijn nu al heel benieuwd naar wat onze reis nog voor ons in petto heeft! De terugweg leggen we een pak sneller af en we staan algauw weer aan de auto. We hebben nog wel wat kilometers voor de boeg, dus we schudden onze natte jassen eens goed uit en vertrekken dan.

De weg is omringd door bomen in de mooiste herfstkleuren, met overal watervallen en riviertjes. We willen nog een waterval bezichtigen, deze keer eentje die vlak aan de weg ligt, en op weg daarnaartoe zien we een vallei die helemaal bedekt is door een wolk. Pas als we dat zien en we onze oren voelen ploppen, beseffen we hoe hoog we eigenlijk zitten. Het blijkt dat de waterval in die vallei ligt, en we rijden dus een tijdje letterlijk door een wolk. Het ziet er natuurlijk uit alsof je door een mistbank rijdt, maar het is wel grappig om te weten dat je dit dus dagelijks in de lucht ziet hangen. Als we er eenmaal uit zijn, rijden we door een vallei die bedekt is door echt gifgroen mos. Het gebrek aan zonlicht doet de kleur nog beter uitkomen en zorgt ervoor dat het water in de vele meertjes en beekjes heel donker lijkt. Het is een dreigend en prachtig landschap tegelijk. De rotsen rond de vallei zijn opgebouwd uit horizontale lagen donkere rots, bedekt met zacht groen mos dat overal doorkruist wordt door straaltjes water en dunne watervalletjes, het doet me echt aan een jungle denken. Het regent nog steeds als we bij de waterval Gufufoss komen en alleen papa stapt uit om foto's te maken; mama, Niels en ik stellen ons tevreden met het zicht dat we vanuit de auto hebben. Het is een hoge en dunne waterval, die nog mooier wordt door de omgeving waarin hij naar beneden vloeit.

Na deze laatste waterval rijden we door naar Seydisfjordúr, een dorpje met allemaal houten huisjes dat naar het schijnt heel mooi is. Als we daar aankomen, zien we inderdaad allemaal huisjes in alle kleuren van de regenboog, een vrolijk zicht ondanks het droevige weer. We rijden een beetje rond (we zijn luie toeristen die niet natgeregend willen worden), en parkeren ons dan aan de uitgaansbuurt van de stad. Die bestaat uit welgeteld drie restaurants, wat meer is dan in de meeste andere dorpjes die we al gepasseerd zijn. Niels had online al gekeken of er restaurants waren en hij had er eentje gevonden waar ze “arctic char” serveerden. Als we daar aankomen, blijkt echter dat dat restaurant met een dagmenu werkt en er vandaag iets helemaal anders op het menu staat. Omdat we aan de overkant van de straat een goedkoper restaurant hebben gezien waarvan het menu ons meer aanstaat, besluiten we dat we liever daar gaan eten. Daar aangekomen blijkt dat we geluk hebben en dat er nog juist plaats voor ons is. Eigenlijk was er alleen maar een tafeltje voor twee vrij, maar een koppel aan een tafel van vier wordt vriendelijk verzocht zich te verplaatsen. Ik voel me lichtjes schuldig, maar dat gaat snel over als ik mezelf helemaal voel opwarmen. We bestellen vis, lam en ribbetjes en genieten van het lekkere eten. We staan op een uurtje weer buiten en rijden snel verder naar ons hotel.

We moeten weer door de wolk naar boven en zijn blij als we er eindelijk uit zijn, maar dat blijkt nog maar het begin van een lange rit te zijn. 90% van de weg loopt door wolken... Sommige zijn dikker dan andere, waardoor het soms echt donker is, een eng gevoel. Onderweg komen we zowat geen auto's meer tegen en we zijn heel blij als we om halfnegen eindelijk aan ons hotel komen. Het was vandaag een grijze en natte dag, maar we hebben toch weer heel mooie dingen gezien.

Foto’s

1 Reactie

  1. Soetkin Deschepper:
    11 september 2018
    Hey, mijn dagelijks ritueel. Je reisverslag lezen op de trein, vroeg in de ochtend. Met een opkomende zon aan de horizon, blauwe hemel, ... Gevoel van een Indian summer. Leuk geschreven. Grtjes vanop de trein klievend door het landschap.