USA 2017 - 15 juli: Bighorn National Forest

15 juli 2017 - Bighorn National Forest, Verenigde Staten

Vandaag staan we om 6u20 op zodat we extra vroeg kunnen vertrekken, want we hebben veel kilometers voor de boeg. Wanneer we beneden komen, zijn er juist twee busladingen mensen aan het eten die hetzelfde idee hadden als wij. Gelukkig vertrekken de bussen kennelijk nog eerder dan wij, want na een tiental minuten zijn er opeens tientallen tafeltjes vrij. We vertrekken om 8u13, een kwartier later dan ons doel, maar gezien ons normale vertrekuur is dit een echt overwinning! We rijden weer door de heuvels en de bergen komen snel dichterbij en na een half uurtje rijden we al op een slingerend wegje naar boven. Het roodbruine asfalt kronkelt zich een weg naar boven tussen dennenbomen en grijze en rode rotsen terwijl we achter en naast ons de vlaktes van Great Plains zien, af en toe onderbroken door heuvelruggen. Dat is nog eens een uitzicht!

De weg stijgt maar beetje bij beetje, en langs de baan kunnen we duidelijk de verschillende lagen onderscheiden waaruit de berg is opgebouwd: het lijkt net alsof de berg is opgebouwd uit verschillende plakjes in verschillende kleuren die vervolgens op elkaar geplakt zijn. We zien weer het resultaat van een aantal steenlawines die bomen en alles op hun pad hebben meegesleurd en zo kale plekken achterlaten op de anders met groene dennenbomen begroeide bergflanken. De bodem is overal bedekt met prachtig groen gras, en als we een blauw meer passeren, zien we dat er mensen aan het kanoën zijn. Het zijn bijna de eerste mensen die we hier zien, we komen voor de rest bijna niemand tegen. Het is hier ook duidelijk een wintersportgebied, we zien bordjes naar skipaden en er staan Zwitserse chalets. Het ziet er heel gezellig uit, maar ook een beetje raar aangezien het momenteel zomer is...

We stoppen aan een visitor center, waar nog exact drie andere auto's op de parking staan, wat nog maar eens aantoont dat er hier echt weinig mensen zijn want normaal moeten we echt zoeken naar plaats. Het center zelf ziet eruit als een Zwitsers chalet en ondertussen hebben we al gezien dat we niet echt in bergen rijden, maar in heel hoge heuvels die volgens mama een beetje te vergelijken zijn met de Ardennen. In het visitor center gaan we even naar het toilet en de ranger vertelt mama dat we waarschijnlijk elanden gaan zien even verderop! We gaan dus snel weer naar buiten, want die willen we echt niet missen. Buiten wandelen we nog even naar de top van een naburige heuvel om naar het uitzicht te kijken. Dat uitzicht stelt op zich niet zo veel voor, maar de heuvel zelf is helemaal begroeid met allemaal verschillende wilde bloemen in roze, blauw, paars, geel en wit. Een helderblauw vogeltje en een marmot maken de Disney-sfeer compleet.

Helaas zien we op onze weg geen elanden, maar wel mooie natuur. Ik weet weer niet of ik over heuvels of bergen moet praten, maar als we langs de heuvelflanken rijden, duikt er voor ons in de verte een hoge bergwand op die stijl naar het dal afloopt. Het lijkt wel een muur die de dalen beschermt. Hij is opgebouwd uit verschillende, gekleurde lagen die zich een weg golven langs het oppervlakte dat voor de rest bespikkeld is met dennenbomen. Hij loopt een tijdje horizontaal, tot hij als het ware kraakt en een deel schuin naar beneden loopt, wat geaccentueerd wordt door de verschillende lagen die dezelfde beweging maken. We rijden nu langs een vallei waar een krachtige rivier door stroomt, die wat verderop een canyon binnenloopt. Op een bepaald moment staat er een zwarte rots aan de ene kant van de canyon, tegenover een witte rots die abrupt overgaat in rood. Het is een ruige omgeving waar de kracht van de natuur duidelijk te zien is.

We rijden langs Shell Creek over de bodem van de canyon en we kunnen de rotsen nu beter bekijken. Die zijn heel gefragmenteerd en er lopen allemaal groeven door, na miljoenen jaren waar wind en water vrij spel hebben gehad. We passeren de "bergmuur" en opeens rijden we door rode rotsen en zijn de muren van de canyon achter ons verdwenen, al heeft een huisje in Zwitserse chalerstijl de hint kennelijk niet begrepen. 

We besluiten om terug te keren naar het visitor center om te gaan eten, jammer genoeg zonder elanden te hebben gezien. Op de terugweg passeren we weer langs een waterval die gesloten is voor bezoekers omdat ze aan het werken zijn, maar het is zaterdag, dus er is geen mensen. Op de heenweg hadden we gezien dat er hier toch een paar mensen gestopt waren om het te bezoeken, dus doen wij dat deze keer ook. Mama en Niels besluiten niets te riskeren en blijven in de auto, terwijl papa en ik vrolijk doen alsof we de "keep out!" niet gezien hebben en op zoek gaan naar de waterval. Die blijkt vlakbij te liggen en we nemen een aantal foto's terwijl we genieten van het uitzicht. Op zich is de waterval niet heel erg indrukwekkend, maar het blijft wel een mooi zicht natuurlijk.

WE HEBBEN EEN ELAND EN HAAR KALF GEZIEN! Ik herhaal, WE HEBBEN EEN ELAND EN HAAR KALF GEZIEN! We zijn alweer bijna aan het visitor center en hebben alle hoop al opgegeven, als papa zegt dat dit eigenlijk wel perfect gebied is voor elanden: er loopt een riviertje door lage vegetatie, vlak aan de rand van een bos. Helaas zien we in die struiken niets, tot ik een paar minuten later in lage bosjes een donkere vlek zie. We stoppen om het te onderzoeken en opeens zegt papa dat het inderdaad een eland is! Het zit helemaal verstopt in de struiken en we kunnen alleen maar haar hoofd zien, maar het is toch al iets! Er staat nog een auto naast ons en de bestuurder daarvan waarschuwt ons dat ze een kalfje heeft en we dus niet te dichtbij mogen komen. Opeens begint het te regenen, waarop Niels naar de auto spurt om zijn camera te beschermen, maar kennelijk wilt het eland ook haar kindje beschermen want het komt tevoorschijn uit de struiken en voor het eerst kunnen we ook haar kalf zien! We roepen Niels terug en turen door onze cameralenzen en verrekijker om een nog beter beeld te krijgen terwijl de twee dieren naar het bos dartelen.

We rijden door terwijl er grote druppels blijven vallen, maar na een paar minuten zijn we onder de regenwolk uit en is het weer stralend blauwe lucht boven ons. We stoppen aan een uitkijkpunt, vanwaar we een weids uitzicht hebben over bergen en heuvels en op de vlakte erachter. We kunnen zo ver kijken dat we niet eens zien waar de horizon ligt en de wolken beginnen, maar als we verder rijden, kunnen we nog net andere bergen onderscheiden aan de overkant van de enorme vlakte.

Plots realiseert papa zich dat we nog altijd geen wandeling gedaan hebben en denkt dat we al alle mogelijkheden gepasseerd zijn, maar na even de kaart te bestuderen, blijkt het niet zo te zijn. We besluiten naar Medicine Wheel te gaan, een oude, heilige plaats voor Indianen. Dit is een soort steencirkel die verdeeld is in 28 delen met een grote hoop stenen in het midden. Niemand weet echt waarvoor hij dient want de verschillende stammen hebben allemaal een verschillende uitleg voor de stenen. We hebben even moeite met het te vinden, maar uiteindelijk komen we veilig aan op de parking ervan. Daar staat er tot onze verrassing een ranger klaar om ons uitleg te geven en voor het eerst vandaag moeten we een beetje zoeken naar parking. Niet dat dat zo veel werk is als er maar twee rijen zijn. De ranger vertelt dat het ongeveer een uur heen en weer is, dat Indianen de site nog altijd gebruiken en dat ze elk moment mogen komen om een ceremonie te houden en dan kunnen beslissen om even niemand naar boven te laten gaan. Hij vraagt ons ook om respect te hebben voor ceremonies en de aanwezige offers. Dat beloven we plechtig, waarna Niels' buik beslist we eerst gaan eten voor we aan de wandeling beginnen. We eten ons brood met salami op, smeren ons in en vertrekken dan naar Medicine Wheel voor een wandeling van 4 km.

Borden onderweg leggen uit dat er meer dan 100 Medicine Wheels zijn, waarvan dit de bekendste is, en dat elke Indiaan hier een keer in zijn leven wil naartoe komen, een beetje zoals bij Mekka dus. Als we boven op de top van de heuvel komen, zien we een steencirkel op de grond, afgezet met touwen waar inderdaad lappen stof en stoffen zakjes zijn rondgebonden, wat een kleurrijk zicht biedt. De steencirkel heeft een diameter van 28m dus we zijn er redelijk snel rond. Er staat altijd een ranger op wacht die erop moet letten dat niemand iets in de cirkel legt, zeker geen geld of metaal. Hoewel ze altijd aanwezig zijn, mogen ze nooit zelf de cirkel binnen, alleen Indianen of mensen die hun geloof aanhangen, mogen dat. Ik vraag me af waarom niemand weet wat de cirkel betekent, als er elke dag verschillende ceremonies doorgaan, maar de ranger legt me uit dat verschillende stammen er verschillende betekenissen aan geven en zij niet mogen zeggen dat de ene stam gelijk heeft en de andere niet. Zo hebben vorig jaar 53 verschillende stammen Medicine Wheel bezocht en zelfs vandaag hebben er al drie ceremonies plaatsgevonden. Tevreden dat we weer hebben bijgeleerd, keren we terug naar de parking en vertrekken we naar ons volgende hotel.

Onderweg zien we weer koeien die op hun gemak de baan oversteken, juist als wij willen passeren. We besluiten om toch te stoppen en hen over te laten, we hebben ten slotte al genoeg steak gegeten. We stoppen op een uitkijkpunt vanwaar we weer een prachtig weids uitzicht hebben over omliggende heuvels en plateaus, en weer kunnen we maar met moeite de horizon onderscheiden. Langs heel de weg zien we "runaway ramps", plaatsen waar je je auto of vrachtwagen kan stoppen als de remmen niet meer werken: een ramp leidt dan heel steil naar boven of is bedekt met kiezelsteentjes, waardoor je auto op een natuurlijke manier wordt afgeremd. Vlak voor Cody bevindt zich een dierenhotel met de grappige naam Bed and Biscuit en passeren we superveel Harleys, iets wat in heel Cody zo zal zijn.

Elke zomeravond is er in Cody een rodeo, en omdat dat nu eens echt iets typisch Amerikaans is, willen we daar echt naartoe. We rijden eerst naar het stadion om al kaarten te bestellen voor vanavond, maar daar staat dat we daarvoor naar hun kantoor in de hoofdstraat moeten. Daar aangekomen blijkt dat dat gesloten is, dus gaan we gewoon naar ons hotel om in te checken, waar de receptie ons vertelt dat we helemaal geen kaarten op voorhand moeten kopen, maar gewoon een halfuur van tevoren aan het stadion moeten zijn. We frissen ons dus snel op om in Cody iets te gaan eten, en vertrekken dan weer. Vlak voor we vertrekken zegt Niels dat Rib & Chop House de beste rating in Cody heeft, dus daar gaan we kijken of ze nog plaats hebben. En jawel, we krijgen de laatste tafel! Papa bestelt een plaatselijk bier, Black Tooth Wheat, en hij vindt het echt heerlijk. Nu het nog in België vinden...

Na het eten gaan we naar de rodeo, maar daarover kunnen jullie meer lezen in ons volgende verslag!