IJsland 2018 - 9 september: Mývatn en omgeving

9 september 2018 - Myvatn, IJsland

Eline: We ontbijten weer in ons gezellig huisje en genieten van het onverwacht goede weer. Normaal gezien zou het vandaag heel de dag regenen, maar er is zelfs geen wolkje aan de lucht. Later vandaag zullen we erachter komen dat we letterlijk het enige deel in IJsland zijn met goed weer, dus we hebben echt enorm veel geluk. Eigenlijk zouden we vanochtend eerst het meer Mývatn bezoeken en een wandeling van 4u maken (die we gisteren niet gedaan hebben), maar er is een klein probleempje. Mývatn betekent in het IJslands namelijk ‘muggenmeer’, en wij hebben geen antimuggenspray mee. Als we daar aankomen, blijkt het er inderdaad vol te zitten met midges, klein zwarte vliegjes die je zowat de muggen van IJsland kan noemen. Omdat we niet vol beten willen staan, willen we eerst antimuggenspray kopen, maar het is zondag en de enige winkel in de buurt gaat pas ’s middags open. We draaien onze dag dan maar om en gaan eerst de Kraflavulkaan bezoeken.

Na zijn uitbarsting in 1984 heeft er zich in zijn krater een meer gevormd en is er veel geothermische activiteit in dat gebied. Als we daar aankomen en een beetje naar boven wandelen, zien we inderdaad een superblauw meer in de krater. De blauwe lucht en een paar witte wolkjes worden in het water weerspiegeld en zorgen voor een extra idyllisch effect. We denken eerst dat het meer de enige bezienswaardigheid daar is, maar gelukkig lopen we helemaal rond de krater en zo ontdekken we nog twee kleine meertjes en een paar stoombronnen, verborgen in gele, roze en witte rotsen. Hier zijn er ook wel een aantal vliegjes maar ze zijn gelukkig met niet te veel, waardoor ze minder storen. Vanop de rand van de krater hebben we ook een fantastisch uitzicht op het omliggende landschap en merken we tegenover ons een lichte, pastelroze met gele berg op, die fel afsteekt tegen de zwarte lavavelden. Dat blijkt onze volgende stop te zijn: Leirhnjúkur. We rijden met de auto een eindje terug en zetten ons aan de parking van de lichte berg, waar we al direct merken dat er wat meer vliegjes zijn. Ik zet mijn muts op en hou mijn handschoenen heel de tijd aan, zodat de vliegjes me zo min mogelijk kunnen aanraken, maar al bij al valt het nog mee. We wandelen over een zwart lavaveld naar de berg toe. De grond onder ons bestaat uit zwarte rotsen en je ziet echt hoe de lava lang geleden uit de berg voor ons is gevloeid en waar ze is gestold. Op sommige plaatsen is de lava in dunne uitlopers gestold en lijkt het alsof je over gigantische skeletten wandelt. Dichter bij de berg begint een houten pad dat nog redelijk nieuw lijkt en ons verder naar boven leidt. Naarmate het einde is het pad er echter steeds slechter aan toe, met af en toe een plank die verdwenen is of drie planken die gezamenlijk zijn doorgekraakt. We slagen erin onze enkels niet te breken en arriveren veilig op het uitkijkplatform. Vandaar hebben we een goed zicht op een kokend moddermeer en de prachtig gekleurde berg waar het voor ligt. We wandelen verder, weer over een lavaveld, en komen na wat klauterwerk bij een krater, die nu rood en zwart ziet. Het is een indrukwekkend zicht. Als we terugwandelen zien we drie schaapjes die op het topje van een lavaheuvel dicht bij elkaar liggen te slapen. Het is een grappig contrast, de zachte, witte schaapjes op de scherpe, zwarte lavarotsen.

Het is ondertussen al middag en we besluiten dat we best gewoon in onze auto kunnen eten, aangezien we liever geen midges tussen onze boterhammen willen. Anderen zijn dom- dapperder dan wij en eten buiten naast het lavaveld. We zien hen druk gesticuleren terwijl ze met elkaar praten, maar vermoeden dat die gebaren niet bedoeld zijn om hun verhaal kracht bij te zetten, maar om de vliegen uit hun mond te houden. We zijn blij dat wij in de auto zitten. Na ons middageten rijden we terug naar de winkel, die nu wel zou moeten open zijn. We passeren een grote energiecentrale die draait op de stoom en warmte die hier uit de grond komt, en zien overal bolvormige, kleine gebouwtjes waar buizen in toekomen. De bollen zijn geplaatst over de boorputten waar het hete water naar boven komt. De centrale wekt ook energie op. Het riviertje dat naast de weg loopt, ziet spierwit door de aanslag van het water.

De winkel is nu inderdaad open, maar verrassend genoeg hebben ze bijna geen producten tegen de midges. We kopen uiteindelijk het enige middeltjes dat ze hebben, namelijk een soort van vochtige doekjes met daarop een antimuggenmiddel, en nog twee netten die over een hoed moeten hangen zodat je hoofd beschermd blijft. We rijden naar onze volgende stop en merken op dat er aan de ene kant van de weg allemaal bomen in alle herfstkleuren staan, terwijl de andere kant helemaal kaal en zwart is. Het duurt even voordat er weer aan beide kanten begroeiing staat. We stoppen na een tijdje bij Grjótagja, een grot met daarin een warmwatermeer. Vroeger waren hier twee baden, één voor mannen en één voor vrouwen, maar door de uitbarsting van de Krafla heeft het water nu zo’n 60°C en kunnen mensen er niet meer in zwemmen. De vrouwenbaden zijn tegenwoordig helemaal gesloten omdat niemand er respect had voor de natuur, maar de mannenbaden zijn nog te bezichtigen. Bij ‘baden’ moet je je wel niet te veel voorstellen: het is gewoon een grot met daarin water. Maar wel een mooie grot! In de rotsen zitten oranje strepen en lichte tinten, die contrasteren met het ijzige blauw van het water en het donkere grijs van de rest van de rotsen. Niels vindt een gat in de grot die leidt naar een canyon en klimt twee keer helemaal naar boven en terug. Mama en ik zijn iets minder avontuurlijk en blijven gewoon in de grot. Boven bekijken we nog even de canyon die het land splijt, maar dan kruipen we gezellig weer in de auto, waar we veilig zijn voor de midges. Daar merken we pas echt dat het vandaag prachtig weer is, want ook al zijn we maar iets meer dan een halfuurtje weggeweest, de auto is een echte sauna. We lopen ook al heel de dag gewoon in onze fleecetrui rond, het is echt zalig gewoon.

Als papa en Niels ook weer in de auto zitten (en de airco opstaat! De ramen konden niet open door de midges…), rijden we naar Hverfjall, ook een vulkaan. De gitzwarte berg rijst op uit het landschap en al van ver zien we het weggetje dat we straks naar boven zullen volgen. De weg naar de parking loopt door een gouden bos, met hoge struiken die tot vlak aan de weg staan, waardoor je even niets anders ziet dan gele blaadjes en blauwe lucht. Op de parking wordt ons duidelijk dat dit ook een geliefde plek van de midges is, en papa en ik doen de netjes over ons hoofd aan, terwijl we ons allemaal insmeren met de doekjes. Gelukkig zijn er steeds minder vliegjes hoe hoger we komen, aangezien er daar meer wind is en ze daar niet van houden. We hebben ook weer onze wandelstokken mee, en zien er kortom belachelijk goed voorbereid uit om gewoon een kwartiertje naar boven te wandelen. Eenmaal boven lopen we langs de rand van de krater, waar alles wat je ziet bedekt is met zwarte steentjes.  In het midden van de krater ligt nog en heuvel van zwarte steentjes, wat op een of andere manier nog meer bijdraagt aan het maanlandschapsgevoel. Als we de halve krater hebben rondgewandeld, wandelen we weer naar beneden. Ik heb ondertussen steeds meer last gekregen van mijn enkel (ik kan niet zo goed tegen hoge bergschoenen), waardoor ik het laatste eindje half naar beneden strompel en heel blij ben als ik eindelijk bij de auto ben.

De volgende stop is Dimmuborgir, een groep grillige lavaformaties, maar ik heb zoveel last van mijn enkel dat ik alleen maar naar het uitkijkpunt wandel en dan weer in de auto kruip omdat ik het niet uithou met mijn enkel. Mama zal de blog vanaf hier overnemen, zodat jullie toch ook nog een goed beeld krijgen van wat ze daar nog gezien hebben.

Ann: De lavaformaties zijn ontstaan doordat lava op een laag water is terecht gekomen. De bovenste laag van de lava werd hard. De onderste ook. De lava verhitte de laag water eronder die stoom werd en onder druk kwam te staan. Op sommige plaatsen schoot de stoom omhoog, en nam die gestolde lava mee omhoog  en ook vloeibare die dan stolde, waardoor er grillige formaties gevormd zijn.

Onze laatste stop is Skútustadagígar waar er pseudokraters zijn. Het lijken kleine kraters te zijn. Hier kunnen de bussen wel stoppen om toeristen te laten uitstappen terwijl dat bij de echte grote krater niet het geval is. Maar als je op de echte krater geweest bent, is hier niet veel te zien.

Hierna rijden we voor de laatste keer naar ons huisje. Morgen vertrekken we naar het oosten van het land. Vandaag was een grote meevaller door het fantastische weer. Het is altijd leuk wanneer het beter is dan verwacht.

Foto’s