IJsland 2018 - 6 september: van Snaefellsness naar Hùsavik

6 september 2018 - Húsavík, IJsland

Vandaag trekken we van het uiterste westen helemaal naar het noorden van IJsland. Dat houdt (helaas) ook in dat we vroeg moeten opstaan want we moeten nog alles inpakken en ontbijten. Vandaag eten we toastbrood met confituur en chocolade. We maken onze valiezen en papa speelt weer tetris in de koffer zodat er zo weinig mogelijk nog tussen Niels en mij moet staan. Om kwart na negen zijn we klaar en vertrekken we naar onze volgende verblijfplaats, bij Akureyri en Húsavik. 

We zijn nog maar vijf minuten onderweg als we weer schapen tegenkomen. Deze keer is het een zwart en staat het niet in het midden van de baan, maar ligt het aan de kant, met alleen zijn hoofd op het asfalt. Achter hem ligt nog een wit schaap iets verder van de weg af. Het zwarte ligt zo stil dat we even denken dat het dood is, tot het lui een oog open trekt, ons aankijkt, en weer verder gaat slapen. Papa heeft ondertussen de auto gestopt en juist als hij een foto wilt nemen, kijkt Zwartje op en draait zijn hoofd weg. Tja, dat verpest de foto natuurlijk... Papa probeert dus zijn aandacht te trekken door hoog "Joehoooee" te roepen (denk hierbij aan de verkoper van winterspullen in ‘Frozen’), maar het schaap heeft vandaag geen zin in poseren. Zijn witte compagnon daarentegen wel, die kijkt recht in de camera.

Uiteindelijk rijden we verder en passeren we, net zoals gisteren, het zeehondenstrand. We besluiten de diertjes een blitzbezoek te brengen en Niels zet de timer op zijn horloge op twintig minuten. We haasten ons naar de derde baai, waar we gisteren de meeste zeehonden hebben gezien. In de baai ervoor zien we er al drie, dus we hebben goede hoop dat we er opnieuw ‘veel’ gaan zien. Helaas, het blijkt dat het eb is en de zeehonden dus veel verder van het strand zitten deze keer. We kunnen er met moeite vier onderscheiden, maar dat is het dan ook. Na twintig minuutjes keren we dus terug naar de auto en vangen we echt aan met onze grote tocht.

Rond de middag komen we aan bij de kliffen, waar we een speciale rotsformatie willen bezoeken. We hebben nog niet zoveel auto’s gezien vandaag, maar de parking staat natuurlijk wel bomvol. Misschien dat de andere toeristen uit de hemel komen vallen? We hebben echt veel honger, en tot onze grote vreugde staat er een picknickbankje op de parking… dat bezet wordt door vier koffiedrinkende Duitsers. De enige vrije plaats is toevallig naast die bank, dus we parkeren ons, stappen uit en gaan ostentatief onze broodjes opeten vlak in hun zicht. Of toch voor één minuutje, daarna blijkt dat er minder wind is aan de andere kant van de auto, dus gaan we ons toch daar verschuilen. Maar het blijkt dat onze oorlogstactieken gewerkt hebben, want na een paar minuten breken de Duitsers hun kamp op en palmen wij snel de bank in. Als we onze lunch ophebben (stokbrood, wat dacht je?), vertrekken we naar de rotsformatie. Op het bord aan het begin van het pad staat er dat de wandeling zo’n kwartier duurt, maar het blijkt maar drie minuten wandelen te zijn naar het uitkijkpunt. Vandaar heb je van de kliffen een perfect zicht op het strand, waar inderdaad een rotsformatie staat die op een olifant (of volgens mama dinosaurus) lijkt. We hebben geluk met het stralende weer en nemen een aantal foto’s, maar dan ontdekken papa en Niels dat er vanaf het uitkijkpunt allemaal kleine paadjes naar beneden lopen. Ik heb al eerder vermeld dat we ons op dat punt bovenop een klif bevinden, wat wilt zeggen dat de paadjes héél steil zijn. Niels vertrekt direct op ontdekkingstocht, verdwijnt een paar minuten uit het zicht, en komt dat weer boven water op het strand. Papa kan niet aan de mogelijkheid weerstaan om een paar close-upfoto’s te nemen, en wandelt/glijdt/kruipt ook naar beneden. Mama en ik beslissen dat er toch twee mensen zonder gebroken nek de reis moeten kunnen verderzetten, dus wij blijven boven. Maar uiteindelijk kunnen zelfs wij niet aan de verleiding weerstaan, en dalen we ook af. Ik besluit meteen dat mijn eer hier niets waard is, zet me gewoon op mijn kont, en daal in ware krabstijl de heuvel af. Mama schuift/wandelt/krabt achter me aan. Eenmaal op het strand wandelen we naar papa en Niels en bewonderen we de rotsformatie van dichtbij. Er staat een hele bende fotografen op het strand te wachten om een mooie foto ervan te nemen, maar er is één koppel dat er vlak voor foto’s van elkaar staat te nemen, waardoor ze alles voor iedereen verpesten. Je zou denken dat je het wel merkt als er tien mensen naar je staan te kijken, maar nee hoor. Wanneer ze eindelijk genoeg foto’s hebben genomen van elkaar, deze ook nog eens vlak voor de rotsformatie met elkaar hebben vergeleken en nieuwe hebben gemaakt, vertrekken ze eindelijk. Alle fotografen halen opgelucht adem en nemen de foto’s waarvoor ze al heel de tijd staan te wachten. Mama en ik hebben al schrik om helemaal terug naar boven te klimmen, maar dan zegt Niels dat hij via een veel gemakkelijkere weg is afgedaald en dat we zo ook naar boven kunnen terugkeren, wat we ook prompt doen.

De olifantrots was de enige uitstap van vandaag, dus we zetten aan om de resterende 300km af te leggen. Al vier dagen zien we overal water, riviertjes en kleine watervallen waar we ook kijken, en dat is in dit deel niet anders. Of toch, hoe verder we komen, hoe minder watervallen we zien en hoe dorrer de bergen lijken. Het contrasteert scherp met het felgroene gras aan de voet van de bergen. Af en toe zien we zelfs kleine bosjes, iets wat we nog niet vaak gezien hebben. We zien overal schapen en paarden, vaak met veulentjes erbij. Af en toe zien we zelfs een zwanger paard.

Ik ben trouwens een paar dagen geleden een nieuwe sensibiliseringscampagne begonnen, ‘Laat Eline Niet Achter 2018’. Ik heb namelijk gemerkt dat de rest net iets sneller wandelt dan ik, waardoor ik vaak ongemerkt achterblijf. Ik heb momenteel één grote fan, namelijk mama. Het toppunt van de problematiek deed zich deze namiddag voor, toen papa stopte op een uitkijkpunt om foto’s te maken. Ik stapte ook uit om even mijn benen te strekken en liep mee met papa toen hij foto’s maakte van een aantal schapen die op de parking van het uitkijkpunt rondliepen. Ik wandelde alleen een klein eindje naar beneden om naar de rivier te gaan kijken, toen ik opeens papa zag komen aanlopen. Hij riep dat we gingen vertrekken, bedacht zich, en liep me vervolgens voorbij om zelf nog een paar foto’s te gaan nemen van de rivier. Toen ik boven in de auto kroop, informeerde mama me dat papa bijna zonder mij was vertrokken. Hij dacht namelijk dat ik na de schapen gewoon direct in de auto was gekropen en had de auto al gestart, voordat mama hem zei dat ik er nog niet was. Zoals jullie zien, is er dus een groot maatschappelijk probleem dat dringend meer aandacht moet krijgen. Donaties aan de campagne zijn altijd welkom. Reageer hieronder voor meer informatie over fiscale aftrekbaarheid.

Na nog een laatste stop bij een supermarkt, rijden we in één trek door naar ons nieuwe huisje. Het blijkt een superschattige ‘berghut’ te zijn, vol met gehaakte spullen en oud servies met bloemen en een vergulde rand. Dit is blijkbaar het zomerhuisje van oudere mensen, dat ze verhuren als ze er zelf niet zijn. Het uitzicht op het meer en de bergen/heuvels voor ons is echt prachtig. We zijn er nog altijd niet uit hoe we het licht boven de eettafel moeten aandoen, maar de diepvriespizza’s waren heel lekker. En het beste van al: Niels en ik hebben elk een eigen kamer! Een prachtig begin in dit nieuwe huisje.

PS. We hebben helemaal geen Wi-Fi of bereik in ons huisje, dus de blog zal telkens een dagje later verschijnen. Maar geen nood, we houden jullie op de hoogte… gewoon een dagje later dan normaal.

 Vandaag trekken we van het uiterste westen helemaal naar het noorden van IJsland. Dat houdt (helaas) ook in dat we vroeg moeten opstaan want we moeten nog alles inpakken en ontbijten. Vandaag eten we toastbrood met confituur en chocolade. We maken onze valiezen en papa speelt weer tetris in de koffer zodat er zo weinig mogelijk nog tussen Niels en mij moet staan. Om kwart na negen zijn we klaar en vertrekken we naar onze volgende verblijfplaats, bij Akureyri en Húsavik. 

We zijn nog maar vijf minuten onderweg als we weer schapen tegenkomen. Deze keer is het een zwart en staat het niet in het midden van de baan, maar ligt het aan de kant, met alleen zijn hoofd op het asfalt. Achter hem ligt nog een wit schaap iets verder van de weg af. Het zwarte ligt zo stil dat we even denken dat het dood is, tot het lui een oog open trekt, ons aankijkt, en weer verder gaat slapen. Papa heeft ondertussen de auto gestopt en juist als hij een foto wilt nemen, kijkt Zwartje op en draait zijn hoofd weg. Tja, dat verpest de foto natuurlijk... Papa probeert dus zijn aandacht te trekken door hoog "Joehoooee" te roepen (denk hierbij aan de verkoper van winterspullen in ‘Frozen’), maar het schaap heeft vandaag geen zin in poseren. Zijn witte compagnon daarentegen wel, die kijkt recht in de camera.

Uiteindelijk rijden we verder en passeren we, net zoals gisteren, het zeehondenstrand. We besluiten de diertjes een blitzbezoek te brengen en Niels zet de timer op zijn horloge op twintig minuten. We haasten ons naar de derde baai, waar we gisteren de meeste zeehonden hebben gezien. In de baai ervoor zien we er al drie, dus we hebben goede hoop dat we er opnieuw ‘veel’ gaan zien. Helaas, het blijkt dat het eb is en de zeehonden dus veel verder van het strand zitten deze keer. We kunnen er met moeite vier onderscheiden, maar dat is het dan ook. Na twintig minuutjes keren we dus terug naar de auto en vangen we echt aan met onze grote tocht.

Rond de middag komen we aan bij de kliffen, waar we een speciale rotsformatie willen bezoeken. We hebben nog niet zoveel auto’s gezien vandaag, maar de parking staat natuurlijk wel bomvol. Misschien dat de andere toeristen uit de hemel komen vallen? We hebben echt veel honger, en tot onze grote vreugde staat er een picknickbankje op de parking… dat bezet wordt door vier koffiedrinkende Duitsers. De enige vrije plaats is toevallig naast die bank, dus we parkeren ons, stappen uit en gaan ostentatief onze broodjes opeten vlak in hun zicht. Of toch voor één minuutje, daarna blijkt dat er minder wind is aan de andere kant van de auto, dus gaan we ons toch daar verschuilen. Maar het blijkt dat onze oorlogstactieken gewerkt hebben, want na een paar minuten breken de Duitsers hun kamp op en palmen wij snel de bank in. Als we onze lunch ophebben (stokbrood, wat dacht je?), vertrekken we naar de rotsformatie. Op het bord aan het begin van het pad staat er dat de wandeling zo’n kwartier duurt, maar het blijkt maar drie minuten wandelen te zijn naar het uitkijkpunt. Vandaar heb je van de kliffen een perfect zicht op het strand, waar inderdaad een rotsformatie staat die op een olifant (of volgens mama dinosaurus) lijkt. We hebben geluk met het stralende weer en nemen een aantal foto’s, maar dan ontdekken papa en Niels dat er vanaf het uitkijkpunt allemaal kleine paadjes naar beneden lopen. Ik heb al eerder vermeld dat we ons op dat punt bovenop een klif bevinden, wat wilt zeggen dat de paadjes héél steil zijn. Niels vertrekt direct op ontdekkingstocht, verdwijnt een paar minuten uit het zicht, en komt dat weer boven water op het strand. Papa kan niet aan de mogelijkheid weerstaan om een paar close-upfoto’s te nemen, en wandelt/glijdt/kruipt ook naar beneden. Mama en ik beslissen dat er toch twee mensen zonder gebroken nek de reis moeten kunnen verderzetten, dus wij blijven boven. Maar uiteindelijk kunnen zelfs wij niet aan de verleiding weerstaan, en dalen we ook af. Ik besluit meteen dat mijn eer hier niets waard is, zet me gewoon op mijn kont, en daal in ware krabstijl de heuvel af. Mama schuift/wandelt/krabt achter me aan. Eenmaal op het strand wandelen we naar papa en Niels en bewonderen we de rotsformatie van dichtbij. Er staat een hele bende fotografen op het strand te wachten om een mooie foto ervan te nemen, maar er is één koppel dat er vlak voor foto’s van elkaar staat te nemen, waardoor ze alles voor iedereen verpesten. Je zou denken dat je het wel merkt als er tien mensen naar je staan te kijken, maar nee hoor. Wanneer ze eindelijk genoeg foto’s hebben genomen van elkaar, deze ook nog eens vlak voor de rotsformatie met elkaar hebben vergeleken en nieuwe hebben gemaakt, vertrekken ze eindelijk. Alle fotografen halen opgelucht adem en nemen de foto’s waarvoor ze al heel de tijd staan te wachten. Mama en ik hebben al schrik om helemaal terug naar boven te klimmen, maar dan zegt Niels dat hij via een veel gemakkelijkere weg is afgedaald en dat we zo ook naar boven kunnen terugkeren, wat we ook prompt doen.

De olifantrots was de enige uitstap van vandaag, dus we zetten aan om de resterende 300km af te leggen. Al vier dagen zien we overal water, riviertjes en kleine watervallen waar we ook kijken, en dat is in dit deel niet anders. Of toch, hoe verder we komen, hoe minder watervallen we zien en hoe dorrer de bergen lijken. Het contrasteert scherp met het felgroene gras aan de voet van de bergen. Af en toe zien we zelfs kleine bosjes, iets wat we nog niet vaak gezien hebben. We zien overal schapen en paarden, vaak met veulentjes erbij. Af en toe zien we zelfs een zwanger paard.

Ik ben trouwens een paar dagen geleden een nieuwe sensibiliseringscampagne begonnen, ‘Laat Eline Niet Achter 2018’. Ik heb namelijk gemerkt dat de rest net iets sneller wandelt dan ik, waardoor ik vaak ongemerkt achterblijf. Ik heb momenteel één grote fan, namelijk mama. Het toppunt van de problematiek deed zich deze namiddag voor, toen papa stopte op een uitkijkpunt om foto’s te maken. Ik stapte ook uit om even mijn benen te strekken en liep mee met papa toen hij foto’s maakte van een aantal schapen die op de parking van het uitkijkpunt rondliepen. Ik wandelde alleen een klein eindje naar beneden om naar de rivier te gaan kijken, toen ik opeens papa zag komen aanlopen. Hij riep dat we gingen vertrekken, bedacht zich, en liep me vervolgens voorbij om zelf nog een paar foto’s te gaan nemen van de rivier. Toen ik boven in de auto kroop, informeerde mama me dat papa bijna zonder mij was vertrokken. Hij dacht namelijk dat ik na de schapen gewoon direct in de auto was gekropen en had de auto al gestart, voordat mama hem zei dat ik er nog niet was. Zoals jullie zien, is er dus een groot maatschappelijk probleem dat dringend meer aandacht moet krijgen. Donaties aan de campagne zijn altijd welkom. Reageer hieronder voor meer informatie over fiscale aftrekbaarheid.

Na nog een laatste stop bij een supermarkt, rijden we in één trek door naar ons nieuwe huisje. Het blijkt een superschattige ‘berghut’ te zijn, vol met gehaakte spullen en oud servies met bloemen en een vergulde rand. Dit is blijkbaar het zomerhuisje van oudere mensen, dat ze verhuren als ze er zelf niet zijn. Het uitzicht op het meer en de bergen/heuvels voor ons is echt prachtig. We zijn er nog altijd niet uit hoe we het licht boven de eettafel moeten aandoen, maar de diepvriespizza’s waren heel lekker. En het beste van al: Niels en ik hebben elk een eigen kamer! Een prachtig begin in dit nieuwe huisje.

PS. We hebben helemaal geen Wi-Fi of bereik in ons huisje, dus de blog zal telkens een dagje later verschijnen. Maar geen nood, we houden jullie op de hoogte… gewoon een dagje later dan normaal.

Foto’s

1 Reactie

  1. Meme:
    8 september 2018
    wow ik wou dat ik er bij was! we hebben gisteren onze krant gemist:)