IJsland 2018 - 4 september: Snaefellsness

4 september 2018 - Snaefellsnes, IJsland

Omdat we gisteren een drukke dag hebben gehad, hebben we het vanochtend wat rustiger aan gedaan. We hebben een beetje uitgeslapen en na het ontbijt zijn papa en Niels foto’s gaan trekken en gaan filmen met de drone. Onze bungalow heeft een prachtig uitzicht op een groot grasland met paarden (je kan bij onze verhuurders trektochten maken) en daarachter ligt de oceaan. Achter ons liggen de bergen. Het was heel mistig toen we opstonden, waardoor we bijna niets konden zien, maar langzaamaan trok het open en konden we toch genieten van de prachtige natuur. We zochten nog wat extra informatie op over het schiereiland waar we momenteel  op zitten, en vertrokken toen op onze ontdekkingstocht.

We zijn nog maar 5 minuutjes onderweg als we langs de kant van de baan een kleine parking zien. We hebben geen idee wat er te zien valt, maar we volgen ons toeristeninstinct en parkeren ons. Het blijkt dat er een canyon in de bergen verstopt zit. We wandelen naar boven en zien een klein beekje uit de rotsen tevoorschijn komen, met daarin stapstenen die ons de berg in leiden. Binnen komen we uit op een kleine open plek, maar je kan nog verder het beekje volgen naar het hart van de canyon. Ik was zo lomp om sportschoenen aan te doen ("we gaan heel de dag in de auto zitten en af en toe eens uitstappen"), dus ik klim maar een klein eindje verder, maar papa en Niels verdwijnen over een watervalletje de canyon in. Ik klim met zeiknatte voeten naar de open plek terug, waar mama op me wacht. Samen kijken we hoe mensen de canyon komen ingeklommen en hoe ze ook naar het watervalletje verderop klimmen. De meesten keren daar terug, omdat ze denken dat ze niet verder kunnen. Wij weten echter dat dat wel kan als je langs de rotsen aan de rechterkant klimt (zoals papa en Niels gedaan hebben), en zeggen dat dan ook aan de klimmers die staan te kijken of ze wel verder kunnen. Uiteindelijk keren papa en Niels terug en vertellen dat het verderop erg smal werd, zo smal dat er zelfs meeuwen aan het sterven waren doordat ze er niet terug uit konden. We wandelen samen naar beneden. Na deze ontdekkingstocht keren we nog even terug naar het huisje om nog een aantal vergeten spullen op te halen, voordat we weer de baan op gaan.

Het begint lichtjes te motregenen en opeens zien we een regenboog. Alleen zit hij niet hoog in de lucht, maar staat hij voor een berg in de laagte. Zoiets hebben we nog nooit gezien! We rijden door prachtige landschappen, langs lavaheuvels bedekt met mos waar een besneeuwde bergtop tussenuit steekt. De bergtop is het enige in de omgeving dat door de zon belicht wordt, wat het geheel een surrealistisch tintje geeft. Verderop zien we felgroene grasvelden, omringd door met mos bedekte lavavelden en weer bergen op de achtergrond. We rijden net door het decor van een film, geen wonder dat Game of Thrones hier veel gefilmd heeft!

Uiteindelijk komen we bij onze tweede stop aan: de zanggrot. Dit is een grot die prachtig echoot (?), waarvan de muren bedekt zijn met namen en data van bezoekers, waarvan sommige zelfs al uit de 18e eeuw dateren. Rondom de grot bevinden zich verschillende grote nissen die ook galmen, maar dan horen we vanuit een kleine opening een man een lied zingen. Hij kan heel mooi zingen en we luisteren met plezier naar zijn optreden. Als hij en zijn reisgenoten buitenkomen, applaudisseren we voor hem, wat hem even verrast maar dat hij wel leuk lijkt te vinden aan zijn buiging te zien. Natuurlijk kruipen wij daarna ook in de grot, en na even beraadslagen besluiten we dat wij 'halleluja' gaan zingen. We ontdekken dat lage klanken het beste weergalmen en nadat papa de tekst heeft opgezocht, geven we een optreden waar Leonard Cohen trots op zou zijn geweest. Gelukkig wel zonder toeschouwers... We onderzoeken nog even de muren op jaartallen en Niels ontdekt er eentje uit de 18e eeuw! Als we weer buitenkomen, zijn er juist nieuwe mensen die de vallei met de grotten binnenwandelen. We wandelen naar de parking, waar Niels met de drone een opname van het machtige uitzicht maakt, voor we de auto inkruipen en verder rijden.

Onze volgende stop is een groot standbeeld van een reus ter nagedachtenis van een koppel dat daar hun zoon verloren is. Als we uitstappen, is het al na de middag en hebben we honger, dus besluiten we eerst te eten. We hebben geluk: er staan twee picknickbanken, waarvan wij er direct eentje inpalmen. We eten weer stokbrood met salami, hesp en kaas, en vertrekken dan aangesterkt op ontdekkingstocht. Mama en papa wandelen naar het beeld, terwijl Niels en ik naar de kliffen wandelen. Op het uitkijkpunt aangekomen zien we dat het oceaanwater een prachtige blauwe kleur heeft, tussen donkerblauw en appelblauwzeegroen in. In de zee staan een ‘natural bridge’ (een uitholling in een uitstekende rots die het water daar gemaakt heeft) en een ‘window’ (een gat in de rotsen dat door de wind gemaakt is, maar niet verbonden is met het land of de zee eronder) (we kennen die namen nog van onze eerste reis naar Amerika!), wat natuurlijk ook een prachtig schouwspel is. Na van dit uitzicht genoten te hebben, wandelen we verder naar het volgende uitkijkpunt, waar we ook mama en papa tegenkomen.

Nu we volledig zijn uitgewaaid, kruipen we weer de auto in en rijden we verder naar een grot. Daar aangekomen blijkt dat we die alleen maar in kunnen tijdens de rondleiding die 1. heel duur is, en 2. pas over een halfuur begint. We besluiten dat die grot het niet waard is en rijden verder naar onze volgende bestemming, een scheepswrak. Het wrak is gelukkig wel vrij toegankelijk en aan het aantal auto’s en bussen op de parking te zien, zijn wij niet de enige bezoekers. We wandelen langs een pad naar het strand, maar voor we aan het wrak komen, stoppen we bij vier grote stenen. De stenen werden vroeger gebruikt om te bepalen wie er scheepsjongen mocht worden; als je de tweede lichtste steen kon optillen, werd je aanvaard. De lichtste steen weegt 23 kg, maar dat is niet genoeg om aan boord te mogen. De volgende weegt 54 kg, en als je die kan optillen, mag je juist mee aan boord. De volgende stenen wegen 100 en 154 kg respectievelijk, maar die zijn voor de pro’s. Ze gewoon optillen is trouwens niet genoeg, je moet ze op een plateau kunnen leggen dat zich op heuphoogte bevindt. Natuurlijk willen wij ook wel eens testen hoe goed wij zijn, en uiteindelijk blijkt dat papa en Niels juist aan boord zouden mogen, terwijl mama en ik nog een beetje moeten gaan fitnessen… Nu we dat weten, wandelen we verder naar het strand. We hadden een relatief intact wrak verwacht, maar het blijkt dat de verroeste brokstukken over heel het zwarte keienstrand verspreid liggen. In 1948 is hier namelijk een stoomschip vergaan, en maar vijf van de negentien zeelui hebben de schipbreuk overleefd. We vinden het een beetje raar dat ze die brokstukken hebben laten liggen, maar wandelen verder naar de kustlijn. Er staan borden die ons waarschuwen voor ‘sniper waves’, onverwacht grote golven die onoplettende wandelaars zomaar kunnen meesleuren. We zien inderdaad dat er na een paar relatief kleine golven, er vaak ook een paar heel grote komen, die veel verder het strand opspoelen dan de rest. Aangezien het strand uit allemaal kleine ronde keitjes bestaat, maken de golven en het getij een machtig geluid, en als gehypnotiseerd blijven we een hele tijd staan om naar de golven te kijken en te luisteren. Het water is weer prachtig blauw, en ik maak geen grapje als ik zeg dat ik daar echt uren had kunnen zitten kijken en luisteren.

Als we ons van het hypnotiserende schouwspel hebben kunnen losscheuren, wandelen we naar de auto en rijden verder naar onze laatste stop van de rondrit: het meest westelijke punt van Europa. Hier staat een vuurtoren die we willen bekijken. Om die te bezichtigen moeten we de ringweg verlaten en een off road baantje oprijden. Het eerste deel is nog redelijk berijdbaar, maar de laatste 600m zijn wel heel erg ‘off road’: overal putten en kiezels, papa kan maar met een slakkengangetje verder rijden. De weg lijkt recht uit een sprookjesboek te komen, met lavavelden die bedekt zijn met mos en witte blinkende pluisjesbloemen, die net op kleine elfjes lijken. De zon is er ook deftig doorgekomen en doet alles blinken en schitteren. Na een tijdje schudden en beven, komen we eindelijk aan de knaloranje vuurtoren. Vroeger daalden mannen hier in de zomer de steile klippen af, hangend aan touwen, om de eieren te stelen uit de vele nesten die hier in de rotsen verborgen zitten. Op hun rug droegen ze dozen waar ze wel 100 tot 300 eieren in kwijt konden! Nog een grappig weetje over de toren: hij heeft twee namen omdat hij zowel vanop land zichtbaar is, als vanop het water. We wandelen er even rond en genieten van het mooie uitzicht over de oceaan, voor we de auto inwaaien.

Het enige wat we nu nog moeten doen, is ontbijt en middageten kopen voor morgen. Er is slechts één probleem: de winkel die we hadden opgezocht, blijkt er niet meer te zijn… We zoeken dus een nieuwe winkel op in een dorp verderop, en die is gelukkig wel nog open. Na hier onze inkopen te hebben gedaan, rijden we weer door prachtig groene landschappen naar huis, zien ondertussen nog zo’n 92098 watervalletjes, en komen blij en voldaan thuis aan.

Eenmaal in het huisje begint mama snel aan het eten, want papa wil over minder dan twee uur nog een zonsondergang gaan bekijken. Ik schrijf ondertussen aan de blog en papa en Niels selecteren foto’s. We eten onze pita’s op en vertrekken, maar de waterval waar we naartoe willen, ligt op een halfuur rijden. Eigenlijk weten we al voordat we vertrekken dat we dat niet meer halen voordat de zon weg is. Toch vertrekken we vol goede moed. Een schaap dat in het midden van de weg staat, kijkt ons meewarig aan als we er voorzichtig voorbij rijden (terwijl we er foto’s van nemen, wat dacht je nu?), alsof het ons vraagt of we nu écht geloven dat we er nog op tijd gaan geraken. We geven geen antwoord op die vraag. Het landschap rondom ons is in roze en rode tinten gehuld, en dat beeld alleen al maakt deze rit waard. Wanneer we onze bestemming naderen, beseft papa opeens dat de desbetreffende waterval zich aan de verkeerde kant van een berg bevindt… Oeps. We moeten dus op zoek naar een plan B, en vinden dat in een klein kerkje aan het water. Dat helaas op privéterrein staat. Geen idee wie er een privékerk nodig heeft, maar oké, we zoeken wel een ander onderwerp voor op onze foto’s. Uiteindelijk parkeren we ons aan de kant van de weg en trekken we foto’s van de Snaefellsjökull, een hoge berg met besneeuwde top die vanochtend nog volledig in de mist gehuld was, maar die we nu uitzonderlijk helemaal kunnen zien. Op de terugweg naar ons huisje hult het laatste licht het landschap in een mysterieuze blauwe gloed. Ik snap waarom men hier zo in het bovennatuurlijke gelooft. 

PS. We hebben gemerkt dat onze foto's niet altijd bij onze reisverhalen verschijnen. Check ook zeker het aparte tabblad "Foto's" om te zien of er daar nog staan die je nog niet gezien hebt! 

Foto’s

1 Reactie

  1. Emmanuel:
    5 september 2018
    Super Eline , het is alsof we er ook bij zijn ! ! ! ! ! Heel veel groetjes , geniet verder van die prachtige natuur ! ! ! !