IJsland 2018 - 13 september: Skaftafell

13 september 2018 - Skaftafell, IJsland

We staan vandaag weer vroeg op, aangezien we een afspraak bij de dokter hebben voor Niels. Met zijn hoofdpijn kan hij echt niets doen, dus daar moet iets aan veranderen. We rijden terug naar Höfn naar de dokterspraktijk, doen onze schoenen uit bij het binnenkomen, ontsmetten onze handen en gaan dan in de wachtzaal zitten. De dokter ontvangt ons stipt op tijd en vindt het heel grappig dat we met z’n allen tegelijk binnenkomen. Ze spreekt heel goed Engels, gelukkig. Ze onderzoekt Niels zijn schouders, nek en hoofd, en het blijkt dat hij te veel zijn schouders opspant. Daarvan krijgt hij stresshoofdpijn. De enige remedie is veel wandelen en je armen bewegen. Als voorbeeldje geeft ze nordic walking, wandelen met stokken. En wat doen wij hier heel vaak? Perfect! We staan er snel weer buiten, want tot 18 jaar moet je niet betalen voor je doktersbezoek. Hierna vertrekken we naar de wandeling van vandaag, naar Skaftafell.

Onderweg passeren we weer Jökulsárlón, het ijsmeer van gisteren. We kunnen niet weerstaan aan de gedachte dat we misschien weer zeehondjes kunnen zien, en parkeren ons snel. We zijn nu aan de andere kant van de brug over het riviertje dat het meer met de zee verbindt. En we zien inderdaad zeehondjes. En een pak meer dan gisteren! Aan deze kant staan er bijna geen mensen, alleen helemaal in de verte zien we nog een groepje, en dat blijken de beestjes leuk te vinden. We zien er in totaal meer dan tien, die vaak in groepjes van twee en drie rondzwemmen en zich samen amuseren. Ze duiken constant onder, komen weer adem halen en geven elkaar kusjes. Soms slaan ze met hun staart op het water, wat een klappend geluid heeft, en ze duikelen en springen rond. Het is echt leuk om te zien. Uiteindelijk lukt het ons toch om ons los te scheuren van het schouwspel, en rijden we verder naar Skaftafell.

Daar aangekomen zien we het grootste aantal toeristen dat we hier al gezien hebben. De parking is echt supergroot en het is ook de eerste keer dat we moeten betalen om ergens te parkeren. Hoe groot de parking ook mag zijn, we hebben nog altijd moeite om plaats te vinden. Als ons dat eindelijk toch gelukt is, eten we snel onze boterhammen aan de auto op, en vertrekken dan op wandeling. Ik voel me niet goed, net zoals Niels, dus we aarzelen even om de grote toer te doen, maar besluiten dan toch om ervoor te gaan. Het pad dat we willen volgen is een grote lus dat leidt naar een uitkijkpunt. De ene kant is heel steil en moeilijk, de andere kant stijgt trager en is daardoor makkelijker. We gaan beginnen met de moeilijke kant, dan hebben we die toch al gedaan. Het pad leidt ons over een heuvel/berg begroeid met lage struiken die alle kleuren vertonen, van groen over geel tot knalrood. Daartussen staan er nog kleine, paarse bloempjes die het plaatje afmaken. Achter de grote heuvel rijzen hoge bergen op, de toppen bedekt met sneeuw. De rotsen zijn zwart, bruin en rood, wat mooi afsteekt tegen de grijze wolken en witte sneeuw. We weten dat we naar een gletsjertong wandelen, maar daarvan zien we momenteel alleen de bovenkant.

Het pad slingert zich de heuvel op en opeens staan we aan het uitzichtpunt. Nu ja, 'opeens', het heeft ons een klein uurtje gekost, maar voor 3.4 km op 'geaccidenteerd terrein' zoals papa zo mooi zegt, is dat helemaal niet slecht. Vanop dat punt hebben we een machtig uitzicht op het gletsjermeer voor ons en de gletsjer zelf. Het water is redelijk grijs, maar de gletsjer zelf is wit, zwart, blauw... We hebben veel geluk met het weer, de zon schijnt en zorgt er niet alleen voor dat we al heel de tijd gewoon in onze trui kunnen wandelen, maar ook dat de gletsjer zelf mooi schittert. Maar de gletsjer is niet de enige bezienswaardigheid daar. Vanop dat punt kunnen we kilometers ver kijken over een bruine vlakte die door onnoemelijk veel riviertjes gespleten wordt. Helemaal in de verte blinkt de zee. We zetten ons even neer om van het uitzicht te genieten en ons tussendoortje op te eten. Mama en papa hebben weer een appel, ik heb opnieuw een banaan en deze keer heeft Niels... borrelnootjes. We hebben het opgegeven om hem normale eetmanieren aan te leren en laten hem nu gewoon doen. Terwijl we daar zitten, beseffen we dat we helemaal niet de moeilijke kant van de wandeling hebben gedaan, maar juist de makkelijke hebben genomen. We laten het niet aan ons hart komen en keren gewoon een eindje op onze stappen terug, om dan naar Svartifoss te gaan, letterlijk de 'zwarte waterval'. 

De hike naar daar voert ons weer door prachtig gekleurde struiken en een klein uurtje later staan we op een ander uitkijkpunt met zicht op de waterval. Uit goede bron hebben we vernomen dat we helemaal naar beneden moeten om het mooiste zicht te hebben, dus daar wandelen we dan ook naartoe. De schoonheid van de waterval zit hem (voor de zoveelste keer, ik weet het, ik zeg het altijd) in de omgeving. Svartafoss vloeit over een muur van zwarte basaltzuilen naar beneden, waarna het wegstroomt in een rotsige rivier. Sommige zuilen zijn gedeeltelijk afgebrokkeld en de rotsen op de rivierbodem zijn begroeid met mos. Je kan je zo voorstellen dat daar elfjes komen dansen. We wandelen naar het uitkijkpunt dat het dichtst bij de waterval ligt en we dus het beste zicht hebben. En daar erger ik me heel erg aan andere toeristen. Er staan namelijk overal bordjes dat je niet van het uitkijkplatform mag afstappen omdat de natuur daar herstellende is, en dat voetstappen al dat hard werk weer verpesten, en toch tel ik meer dan vijftien mensen die per se een foto vlak voor de waterval willen en zich absoluut niets aantrekken van de begroeiing die daar al zoveel moeite heeft met groeien. Hoe egoïstisch kan je zijn?! Als mijn kokend bloed een beetje is afgekoeld, beginnen we aan het laatste deel van de wandeling. We zouden ook een kortere weg kunnen nemen, maar kiezen toch voor een wandeling die ons over een andere heuvel heen weer naar de parking brengt. Daar staan ook echte boompjes, die bijna allemaal al goudkleurig zijn, en staan er ook weer struiken in alle kleuren van de herfst. Ook de paarse bloempjes zijn hier aanwezig.

Het laatste deel van het pad loopt parallel met de rivier van de Svartifoss, waarin nog een heleboel watervalletjes verborgen liggen. Dit pad is ook beduidend rustiger dan de andere, we komen er bijna niemand tegen en kunnen echt genieten van de absolute stilte en de schoonheid van de natuur. Het valt op hoeveel verschil een paar meter stappen kan maken; soms hoor je het ene moment nog een bulderende waterval, en is dat geluid na drie stappen al maar meer nauwelijks opmerkbaar. De natuur lijkt het lawaai letterlijk te absorberen. We stoppen nog kort op een paar uitkijkpunten, maar komen uiteindelijk weer heelhuids aan op de parking, waar Niels al dertien minuten op ons zit te wachten. Ons berggeitje is ietsje sneller dan wij... Gelukkig nemen we op elke wandeling de walkie-talkies mee, zo kunnen we toch nog contact houden. 

Wanneer we in de auto stappen en wegrijden, is het al veel bewolkter dan toen we begonnen. Juist als we van de parking rijden, begint het zelfs te miezeren. We hebben dus duidelijk op het juiste moment onze wandeling afgemaakt. We zitten nog op meer dan een uur rijden van ons huisje, maar hier in IJsland is dat helemaal niet zo erg, omdat je altijd wel iets hebt om naar te kijken. Toch knap van mama en papa dat zij ook tijdens zulke vermoeiende dagen nog kunnen met de auto rijden! 

Morgen gaan we echt op een gletsjer wandelen, ik ben echt benieuwd! 

Foto’s

1 Reactie

  1. Soetkin Deschepper:
    14 september 2018
    Schotland en Amerika in het kwadrant is wellicht nog een understatement. Jullie reisverhalen en foto's doen ons watertanden! Groetjes, Soetkin.