IJsland 2018 - 11 september: op weg naar Höfn

11 september 2018 - Höfn, IJsland

Eindelijk eens een keertje uitslapen. Dit is de laatste keer dat we twee aparte kamers hebben en daar willen we allemaal van genieten. We ontbijten om 9u in het restaurant van ons "guest house" en maken ons dan rustig klaar om te vertrekken. We laden alles weer in en rijden door naar onze volgende slaapplaats, waar we vier nachten zullen blijven.

We volgen een rivier op de bodem van een vallei. Boven ons hangen erg lage wolken waardoor we nergens de top van de rotswanden kunnen zien. Links zien we de rotsen terrasgewijs stijgen, de vlakke stukken bedekt met mos. Af en toe zien we stukken waar een steenlawine de terrassen afgevlakt heeft, en ook hier wordt het hele landschap doorklieft door riviertjes en watervalletjes. De baan ligt vlak naast een gitzwart strand en uit de zee rijzen kleine rotseilandjes op. Af en toe voegen plukjes rood gras een beetje kleur toe aan het voor de rest groen-grijs-zwarte landschap. Door de regen en de lage bewolking zou je dit soort landschap al snel als troosteloos kunnen ervaren, maar in plaats daarvan voel je hier gewoon echt de kracht van de natuur.

We stoppen aan een parking om even naar het toilet te gaan, maar horen dan dat daar ook een waterval moet zitten. We klauteren over hopen stenen zo dicht mogelijk naar de voet van de waterval, maar moeten tot de constatering komen dat we hem nooit deftig zullen zien, aangezien hij juist achter de bocht van hoge rotsen verborgen ligt. We klimmen weer terug en zien dan een weggetje dat naar boven leidt. Als we daar aankomen, zien we dat we heel gemakkelijk bij de top van de waterval kunnen komen. Aha, we hebben hem toch gezien! Nu we onverwacht even onze benen hebben kunnen strekken, kruipen we goedgemutst weer de auto in en trekken we verder.

Een halfuurtje later rijden we een stadje binnen om daar middageten te kopen. Aan de rand van de stad zien we een voetbalveld, met daarnaast een groot kussen dat we al op verschillende speelplaatsen van scholen hebben gezien. Het is een soort gigantische trampoline en papa wil er al op gaan sinds hij dat een week geleden voor het eerst gezien heeft. Eigenlijk staat er op een groot bord dat je er niet op mag als het regent, maar we besluiten dat regenen niet hetzelfde als ‘miezeren’ is, en spurten dus naar het kussen. Ik doe mijn schoenen uit en kruip er direct op, maar papa en Niels zijn ietsje slimmer en doen ook hun sokken uit. Mijn kousen zijn direct doorweekt, want waar je springt, vormt zich direct een plasje. Papa blijkt een kampioen te zijn in van het kussen vallen, maar Niels en ik slagen erin om heel de tijd overeind te blijven. Uiteindelijk gaan we van het kussen omdat er vijf kinderen aankomen en we hen niet willen storen. Vol energie kruipen we in de auto en rijden we verder, papa met een plastieken zak op de zetel zodat die niet nat wordt…

We stoppen een kilometer verder aan een winkel om middageten te kopen, en hebben het geluk dat er in de winkel zelf ook een tafel staat waar je gewoon direct aan kan eten (na afgerekend te hebben, natuurlijk). Het is een snelle lunch, en we zijn snel weer op de baan. We rijden nog eventjes door naar de haven, waar niet zoveel te zien is, en rijden dan het stadje weer uit. De vijf kinderen zitten nog steeds op het kussen, en hebben gezelschap gekregen van nog andere kinderen. We zijn een beetje jaloers…

In het begin van onze reis zagen we vaak schapen die heel verspreid over enorme weides zaten. De laatste dagen valt het echter op dat ze steeds vaker in kleine weides vlak bij elkaar zitten. Dat heeft niet te maken met de streek, maar met de tijd van het jaar: de schapen worden nu allemaal samengedreven voor de winter. Het grappige is dat de schapen zoveel vrijheid hebben, dat boeren niet weten waar hun eigen schapen zitten. Ze drijven dus gewoon alle schapen op hun land samen, kijken welke van hen zijn, en geven de andere aan de rechtmatige eigenaars. Daarna vieren ze allemaal samen feest. En dat bij elkaar drijven, hebben we live in actie gezien. Als we langs een vallei rijden, zien we twee jeeps over een soort van dijk rijden en een kudde schapen verder drijven. Een van de jeeps stopt en blokkeert de dijk, zodat de schapen niet terug durven, terwijl de andere jeep verder rijdt. Dan zien we een quad van de rotsen naar beneden rijden en, samen met een hond, andere schapen naar beneden drijven die zich hoger verstopt hadden. De hond en de man zijn perfect op elkaar ingespeeld en maken vloeiende bewegingen. Soms loopt de hond een beetje voorop, maar vanaf dat de quad draait, maakt ook de hond een bocht en loopt hij direct weer naast zijn baasje. Die hond moet vandaag echt enorm veel kilometers hebben afgelegd! We rijden zelf ook een eindje de dijk op en kijken vanop afstand toe, erop lettend dat we ver genoeg staan en hen niet storen. Papa filmt hoe de quad schapen naar een hek drijft, waar ze vervolgens mooi één voor één overspringen. Als je toevallig moeite hebt met slapen, mag je ons altijd een berichtje sturen.

We rijden weer door wolken, en krijgen toch een beetje schrik als we naast ons kijken. Aan de rand van de weg staat namelijk een soort van barricade om steenverschuivingen tegen te houden, maar zelfs daarop liggen grote rotsblokken. We kunnen alleen maar hopen dat de volgende verschuiving nog even op zich laat wachten. Aan de andere kant van de baan hebben een prachtig uitzicht op de zee. Op sommige plaatsen zien we allemaal vlekjes op de zee, die we bijna niet opmerken omdat het er zoveel zijn, maar als we er eens goed naar kijken, beseffen we dat het allemaal vogels zijn. Het zijn er honderden bij elkaar, die allemaal gezellig liggen te dobberen op het water. We maken een bocht en wanneer we achter de rotsen vandaan komen, hebben we een adembenemend uitzicht. Voor ons zien we de zee, waarboven heel lage wolken hangen. Boven die lage wolken rijzen bergen uit, alsof ze in de lucht zweven, maar hun toppen zijn ook weer gehuld in wolken. De zee zelf wordt ook nog eens in twee gespleten door een schiereiland van gitzwart zand, dat parallel loopt met de kust en een deel van de baai afzet. Het is een landschap dat thuishoort in een film. Links zien we een vuurtoren met een grote parking aan, en natuurlijk moeten we daar stoppen om deftig van het uitzicht te genieten. Papa installeert zich boven op de heuvels om prachtige foto’s te maken, terwijl Niels, mama en ik naar beneden wandelen. Op het strand zijn veel mosselschelpen aangespoeld, maar ze zijn veel mooier dan die bij ons uit de Noordzee: de schelpen hebben alle tinten paars en wit. Na een korte strandwandeling klauteren we naar boven en zetten we weer aan.

We stoppen nog even aan een grote rode stoel die plompverloren op de rotsige kust staat. Het is een geliefde plek voor foto’s, want we moeten even aanschuiven. Rondom ons zijn de bergen nog altijd gehuld in sluiers laaghangende wolken, wat het landschap een heel mysterieus aura geeft. We rijden nog een halfuurtje verder, als we opeens na een bocht voor de eerste keer de grootste gletsjer van IJsland zien: de gletsjertongen rond de Vatnajokull. De Vatnajokull is een grote berg, waarrond een enorme gletsjer ligt die naar beneden komt tussen de omringende bergen door. Die stukken waar de gletsjer afdaalt en wordt opgesplitst, heten gletsjertongen. Het is de eerste keer dat we zo’n tong zien en we zijn heel erg onder de indruk. Het is een grote witgrijze massa die naar beneden lijkt te vloeien, maar toch vast is. Het ijs heeft soms een blauwige tint en wordt gespleten door zwarte groeven, waar het gesteente meesleurt dat het heeft afgebroken op zijn nietsontziende tocht naar beneden. Hoe verder we rijden, hoe meer tongen we zien, en hoe meer we beseffen dat de complete gletsjer echt GIGANTISCH is. Tussen ons en de gletsjer liggen vele meren en vijvers, waar bijna altijd wel zwanen op drijven. Die hebben we ook al heel vaak gezien tijdens onze reis, maar toch blijft hun aanzicht me verbazen en met verwondering vullen.

We komen aan bij de plaats waar we onze volgende vier nachten zullen doorbrengen: Lambhús. Het is een grote boerderij die 15 ‘tuinhuisjes’ op hun terrein heeft geplaatst en die nu verhuurt. Net zoals bijna alle andere boerderijen hier, doet het huis een beetje armoedig aan. Het is ons al opgevallen dat veel huizen hier er niet zo goed uitzien, met afgebladerde verf, kapotte ruiten, deuren die maar meer half in hun hengsels hangen… Het is echt een hard leven. De ontvangst is heel hartelijk en we krijgen huisje 15 toegewezen, het laatste in de rij. De komende vier dagen gaan we op dezelfde 20 m² doorbrengen, maar dat blijkt toch groter te zijn dan verwacht. De bedden zijn een dubbel hoogslaper (dus twee dubbele bedden, boven elkaar geïnstalleerd), en voor de rest hebben we een mini-keuken, een bank en een tafel met vijf stoelen. De grootste uitdaging is onze valiezen ergens plaatsen, want er blijft niet veel vloer meer over…

Vanavond is een speciale gelegenheid, want we gaan eens deftig op restaurant gaan. Tot nu toe heeft mama zowat altijd al kunnen koken, maar deze streek is gekend voor zijn langoustines, dus dat gaan we vanavond eten. We trekken allemaal onze enige deftige outfit aan die we meehebben, en kruipen dan weer de auto in. Papa zet mij en mama af aan de winkel om eten voor morgen te kopen, en rijdt met Niels door naar het restaurant. Hij heeft namelijk gelezen dat er niet veel plaats is en dat de wachttijden kunnen oplopen tot drie kwartier. Niels gaat dus al plaats houden voor ons. Gelukkig moet hij helemaal niet wachten, en als papa mama en mij weer heeft opgehaald, zit hij gewoon al aan een tafeltje. Het restaurant is gezellig maar sober ingekleed, echt wat je van een Scandinavisch restaurant zou verwachten. Er is plaats voor ongeveer 28 mensen en na een tijdje zit het helemaal vol. We bestellen allemaal langoustinestaarten en spelen ‘Black stories’ terwijl we wachten. Wanneer het eten aankomt, blijkt de een al beter te zijn dan de ander in het lospeuteren van het vlees uit de staarten. Daarmee bedoel ik: mama en Niels zijn pro’s, papa is oké, en ik ben een absolute ramp. Iedereen biedt meerdere malen om me te helpen, maar dat staat mijn ego niet toe. En gelukkig maar, want het blijkt gewoon echt aan de staarten zelf te liggen: de laatste zijn zo zacht als boter en vallen er bijna uit. Het lag dus toch niet aan mij! Als dessert neemt papa een cheesecake, mama witte chocolademousse en Niels neemt de … langoustinesoep. We hebben een beetje moeite met de serveerster te overtuigen dat we geen grapje maken, maar uiteindelijk snapt ze dat we bloedserieus zijn en geeft ze onze bestelling door aan de keuken. Iedereen geniet van zijn ‘dessert’, waarna we allemaal weer naar huis terugkeren.

Onderweg is alles door mist omgeven en hult de gloed van de ondergegane zon de toppen van de bergen in een blauwe gloed. Donkere wolken hangen overal rond de bergen, van de voet tot de toppen, en het geheel doet je geloven in alle legendes en mythes die je ooit gehoord hebt. Tijd om te slapen en te dromen.

Foto’s