USA 2017 - 21 juli: Grand Teton National Park

21 juli 2017 - Grand Teton National Park, Wyoming, Verenigde Staten

Vanmorgen voor de laatste keer alles ingepakt om naar een volgende plaats te vertrekken. Ook de laatste keer dat we zelf voor ons ontbijt zorgen. Dat viel tegen, maar het gaat wel sneller dan gaan ontbijten. We vertrekken rond 9u30 richting Grand Teton National Park na nog een laatste glimp geworpen te hebben op het Yellowstone Lake. (en wat foto’s genomen te hebben natuurlijk). Onze eerste stop is nog in het Yellowstone park waar we de West Thumb Geyser Basin bezoeken. Hier zien we weer geisers en modderpoelen, en bronnen vlakbij het meer. Sommige geisers liggen zelfs in het meer. Je zag de belletjes naar boven komen op sommige plaatsen. Bij enkele bronnen, die echt appelblauwzeegroen zijn van kleur kunnen we diep erin kijken. Je zou echt zin krijgen om erin te duiken en te ontdekken wat er nog onder zit. Alleen spijtig dat het dus bijna kokend water is (blauw betekent water van bijna 94°C, wat het kookpunt is op deze hoogte).

Nadien rijden we Yellowstone Park buiten maar we moeten onze kaart terug tonen. Bij het buitenrijden van een park moeten we dat anders nooit doen. Hier blijkt de uitgang van Yellowstone tegelijkertijd de ingang Grand Teton National Park te zijn want die komen we vandaag nooit meer tegen. Onderweg zien we veel bomen die verbrand zijn. We weten dat er in 1988 een grote brand is geweest maar de bomen die sindsdien terug gegroeid zijn, zijn nu toch al hoger dan diegene die we hier zien. Hier zijn de nieuwe bomen pas een meter hoog en zie je dus overal kale zwarte stammen met ertussen nieuwe naaldboompjes. Het valt wel op dat er veel bloemen ertussen groeien. Er is zelfs een bepaalde fuchsia bloem die alleen voorkomt in gebieden waar een brand gewoed heeft. Ze noemen het “fireweed”, vuurkruid of vuuronkruid. We zien de  meer dan 4000m hoge Teton berg van iets meer dan 4000 m al in de verte. Ernaast liggen nog een aantal bergen die iets lager zijn, zoals Mount Owen en Mount Moran. Eigenlijk blijven we steeds in de vlakte rijden parallel aan de bergen, en zien we de bergen wel dichterbij komen, maar we rijden er niet door. We passeren enkele grote meren. Als we aan het Colter visitor center komen, besluiten we eerst te eten want Niels krijgt honger. Wie al met ons op reis ging, weet dat het dan hoog tijd is om snel te stoppen en te eten. Dat zorgt ervoor dat het humeur top blijft. Daarna gaan we naar het visitor center. Er wordt net een film over wolven getoond en al hebben we het begin gemist, toch besluiten we te gaan kijken. Ze hebben een roedel wolven gevolgd  en we zien hoe ze een prooi vangen, een oud hert, hoe ze hun deel ervan opeten, waarna de adelaar en de raven ook hun deel komen halen en tenslotte de coyote ook. Maar wolven houden helemaal niet van coyotes, ze zien die liever op hun menu staan en zodra de coyote even niet over zijn schouder kijkt, sluipen de wolven dichterbij en vallen ze hem aan. Het was een heel interessante film, je ziet duidelijk de cirkel van prooien en prooidieren. Wanneer we terug verder rijden, komen we een bord tegen “Opgelet voor beer met welpen die oversteken gedurende de volgende 6 mijl”. We kijken direct alle kanten uit, maar we zien er geen. We passeren nog langs vele uitkijkpunten naar de Teton berg en die errond. We zien ook de breuklijn waar de twee platen over elkaar schuiven. Maar we zien geen dieren meer. Iets na 16u komen we toe in Jackson Hole, zo ongeveer het enige stadje in de omtrek met bijna 10 000 inwoners. Van hieruit vertrekken we zondag ook. Wanneer we er door rijden op zoek naar ons hotel, zien we dat het ook zo’n echt cowboystadje is. Met de typische houten wanden en bovenverdiepingen met uitstekende terrassen. In het midden van het stadje is een parkje waarvan de 4 ingangen een soort boog hebben waar je onderdoor moet om het park binnen te gaan. Die bogen zijn gemaakt van allemaal hertengeweien. Een hele hoop. Ik hoop dat ze ze niet om die reden afgeschoten hebben, maar gewoon jarenlang verzameld van dode exemplaren. Ze hebben hier niet voor niets een “elk refugee”, een soort opvangcentrum voor die herten. In ons hotel hebben we eindelijk weer wifi. Na 4 dagen geen wifi gehad te hebben en zelfs bijna geen bereik met de gsm zijn we blij weer online te kunnen. Zo had Stefaan me 2 dagen geleden een sms gestuurd wanneer hij en Eline van hun ochtenduitstap zouden terugkomen en die heb ik gisterenmiddag gekregen, en dan nog toevallig doordat we stopten op een plaats waar blijkbaar genoeg bereik was. Want toen we verder reden hadden we weer geen bereik meer. Dat is iets wat je niet in de USA zou verwachten.  Het valt op hoe vaak je snel iets wilt opzoeken en dan ontdekken dat het niet mogelijk is.

Na onze vorige verhalen opgeladen te hebben zodat jullie zouden weten dat we nog steeds alive and kicking zijn, gaan we op zoek naar een restaurant. Dit is ook een luxe, er zijn er heel veel in dit stadje. Niels heeft zin in Italiaans, en in ons hotel weten ze een goed restaurant, dus trekken we daar naartoe. We krijgen zelfs direct een tafel zonder te moeten wachten en dat is ook leuk. Het eten is er echt lekker (vanaf volgende week zal ik de broeksriem moeten aanhalen, want de kilo’s komen er goed bij na iedere dag uit eten te gaan). Doordat het restaurant en ons hotel buiten het centrum liggen, hebben we wel nog niet veel van Jackson gezien. Dat zullen we morgen moeten goedmaken want dan is het onze laatste dag.